Een christelijke kijk op kunst

Een christelijke kijk op kunst

Het serieus nemen van de schepping is een belangrijke stap naar het ontdekken van schoonheid. Creativiteit leeft op van het geraakt worden door wat ons aan goeds in het natuurlijke leven gegeven is.

Bewaren en versterken van wat wij (christelijke) cultuur noemen, lijkt mij een opdracht bij uitstek voor hen die de Schepper kennen en Hem willen eren. Alles in verwachtende opmaat naar de nieuwe schepping, de toekomst waarover we in de Bijbel lezen. Wie daarop vertrouwen mag, krijgt in onze prachtige en zuchtende wereld een nieuwe zin. Het maken van kunstige voorwerpen en daarmee het uitdragen van schoonheid is voor hen die zich ervoor geroepen weten een zaak van rentmeesterschap.Christenen doen er daarom goed aan hun leefomgeving creatief en vormgevend tegemoet te treden. Genieten van schoonheid is een soort levenskunst, die te leren valt. Want kunst is naar mijn begrip een artistieke reactie op de schoonheid, zowel op de harmonie als op het contrast in de huidige schepping. Meerdere bijbelgedeelten bevestigen dat de indrukwekkende schoonheid van de natuur een verwijzing in zich draagt naar de Schepper en naar zijn nieuwe schepping (Ps.8; Job38,39; Jes.40:12-31; 65,66; Rom.1:20; Op.21). De dichter David overdenkt in een van zijn liederen de mooie schepping, de structuur en boodschap die daarvan uit gaat. Vervolgens wordt die schoonheid vergeleken met de wijze raadgevingen van de Here God aangaande ons leven (Ps.19).

 

De gelovige lutheraan Johann Sebastiaan Bach schreef aan het eind van veel van zijn partituren de letters ‘S.D.G.’  Soli Deo Gloria (God alleen de eer) en soms  ‘J.J.’ Jesu Juva (Jezus help) aan het begin ervan. Er zijn weinig componisten van wie het werk zo krachtig van geloof in God getuigt als van deze historische persoonlijkheid. Bach deelde met de reformator Luther een door karakter en geloof bepaalde krachtige levensvreugde. Tegelijkertijd was Bach een man van diepe ernst en een bijna mystiek verlangen naar het leven na dit leven. De wereldse cantates zijn een genot van uitgelaten vrolijkheid, terwijl heel wat geestelijke cantates titels hebben die uiting geven van zijn geloof in een verlost voortbestaan na de dood. De belofte van het eeuwige leven na zijn aardse pelgrimstocht verzoent Bach met alle moeiten, lasten en zorgen van zijn dagelijkse bestaan. Hij wist zich verzekerd van Gods bijstand, terwijl zijn muziek van deze grondhouding tegenover leven en dood getuigenis aflegt. Volgens de notities van een leerling heeft Bach eens gezegd: ‘Uiteindelijk moet de laatste doelstelling van alle muziek …niets anders zijn dan de eer van God en verstrooiing van het hart. Waar dat niet in acht wordt genomen, bestaat eigenlijk geen echte muziek’ (in Hans Conrad Fischer, Johann Sebastian Bach, Zoetermeer 2000). Geloof was Bach’s inspiratiebron en zijn kunst was doortrokken van levensbeschouwing, van geloof. Zijn muziek vormt een dankbare lofprijzing op het ontvangen leven.

 

De schoonheid van het natuurlijke leven, waar kunst een onderstrepende reactie op vormt, is voor een christen niet slechts schoonheid in zichzelf, maar in de hoop, namelijk op wat beloofd is! Een landschapsschilderij is niet maar een zo volmaakt mogelijke weergave van het landschap. Het drukt iets uit van de schoonheid die de schilder erin ziet. Inderdaad, zoals met alles wat wij doen nog volop rekening houdend met lek en gebrek, met zonden en wonden, maar toch ook met zicht op de belofte van een voor ons onbekende, volmaakte schoonheid.Christelijke kijk op kunst weet dat de verbeelding gevoed kan worden door nadenken en bidden, door overdenken van het ons geschonken leven. Kunst op zijn best, althans in mijn perspectief, vestigt niet alleen de aandacht op de dingen precies zoals ze zijn, maar geeft een indruk van de dingen zoals ze door oog en hand en oor van de kunstenaar kunnen worden. Het is mijn verlangen iets van die hoop in kleuren en vormen over te brengen. Mij realiserend dat wij de werkelijkheidsgraad van de heilsgeheimen niet kunnen vatten, weten of meten. De beeldtaal van de Schrift geeft echter wel degelijk aanwijzingen tot denken: de toekomst en voleinding van mens en wereld zullen in oordeel en vernieuwing betrokken zijn op JezusChristus. God de Vader heeft Hem alles in handen gegeven. Juist daarom is ons gebed: dat de Heer ons doen en laten zegene! Verwachting is voorgoed het wachtwoord van ons leven.

 

Naar aanleiding van o.m. Tom Wright, ‘Verrast door hoop’, 3,13,3. Schoonheid, Franeker 2010; W.H. Velema in ‘Eschatologie’, W. van ’t Spijker (red.), Oordeel, Voleinding, Kampen 1999; Harmen U. de Vries ‘Hoe worden de doden opgewekt’, 5. Continuïteit en discontinuïteit, Zoetermeer 2011; J.C. Bette ‘De grote verandering’ Veenendaal  2000.

Kernwoorden:
kunst
 
Beschikbare downloads: