Er is zoveel, er zijn zovelen
tussen ons in, met vreugde en verdriet.
De tijd is het die dringt en de krakelen,
het lijkt of niemand nog de moeite ziet.
O laat toch af en toe iets van U horen:
dat ik U in mijn leven niet vergeet,
en in de ruimte mij niet voel verloren,
maar U juist nu mijn Heer en Meester weet.
U, die mijn leven heel kunt maken,
de Zoon van God, die Jezus heet:
als ik Hem toch even aan mocht raken,
alleen de zoom maar van zijn kleed.
Schenk mij, o Heer, de zekerheid
dat U ons zelf bezoeken zult,
en bij ons wonen wilt in deze tijd,
en mij leert wachten met geduld.